New Delhi

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

New Delhi image

New Delhi

New Delhi
India
Suzanne83

Reiskoorts..

Reiskoorts.. Ken je dat? ik lijd er wel eens aan. Best vaak eigenlijk, of misschien wel altijd.

Zolang ik in Nederland ben blijf ik dagdromen over verre reizen, nieuwe mensen, bijzondere culturen. Wanneer ik een ticket heb geboekt kan het grote genieten beginnen. Maar waarom vraag ik me af? Waarom ben ik niet tevreden met een burgerlijk leventje en ga ik lekker een keer per jaar naar Kos om mijn witte lijf naar een overvol strand te slepen en vol te vreten met steaks en cocktails? Of waarom kan ik niet gewoon ultiem genieten van een midweek Centerparks op de Veluwe? Natuurlijk kan ik me op de Veluwe ook best vermaken en waardeer ik de Nederlandse natuur ook absoluut, maar het is toch niet voldoende om de reiskoorts in te dammen. Waarom kan ik geen Ingrid van Henk zijn?

Als kind was ik al anders. Ik had vriendinnetjes genoeg, was matig populair, kon extreem goed leren en kon goed mee op allerhande sportclubjes. Toch voelde ik me nooit bij de groep horen.
De groep bestond destijds uit maar liefst 33 kindjes, mijn schoolklas. Dat waren tevens alle kindjes uit het ganse dorp die tussen pakweg september 1984 en augustus 1985 geboren waren. Het was een klein dorp namelijk en de st Josephschool was de enige optie. Vanaf groep 3, toen het merendeel van die klas het lezen machtig was geworden, kregen we regelmatig een tijdschriftje mee naar huis: de SamSam.

SamSam ging over ontwikkelingssamenwerking. Of zoals je heden ten dage nog altijd op hun website kunt terugvinden: SamSam is een kindertijdschrift over jonge wereldburgers. Werkelijk, ik verslond dat magazine. Ieder artikel, iedere foto, iedere pagina werd door mij bestudeerd. Toen al trok het onbekende aan mij. De overige 32 kinderen gooiden het blaadje nog voor ze de klas uit stormden in de prullenbak, waar ik het vervolgens weer uit viste. Zo kon ik naar hartenlust knippen en plakken, verhalen bedenken, en in mijn hoofd de mooiste reizen uitstippelen. In mijn dorp was niks exotisch te vinden. Het dichtst in de buurt kwam een meisje uit mijn klas die was geadopteerd vanuit Colombia. Die was echter als baby al hierheen gekomen en wist niks meer over haar geboorteland te vertellen.
Mijn eerste spreekbeurt in groep 7 ging over het Afrikaanse continent. Vol trots ging ik naar school, gewapend met een enorme afgestompte speer, die een oudoom en -tante jaren geleden eens uit de Rwandese binnenlanden hadden meegenomen en een blauw-witte steen die ik van een ex-collega van mijn vader had gekregen en die hij destijds Afrikaanse riviersteen noemde. Het was een ordinaire kei, maar het feit dat hij in een Afrikaanse rivier had gelegen, was voor mij reden genoeg om het ding te vereren. Spreekbeurt nummer twee ging over het Hindoeisme. Toen al was ik geobsedeerd door de pracht en praal van het Hindoe-geloof. De kitscherigheid, de glamour, de devotie, het drama wat ermee gepaard gaat.. de fantastische sprookjesachtige verhalen.. Ik vertelde over Brahma, Vishnu en Shiva, Parvati, Lakshmi en mijn favorieten Ganesha, Krishna en Hanuman.. Een dikke negen kreeg ik als punt, maar de rest van de klas viel in slaap bij mijn relaas. Het boeide ze simpelweg niet.

Op mijn negende kwam er eindelijk een Afrikaans gezin in mijn dorp wonen. Het waren vluchtelingen uit voormalig Zaire, het huidige Congo Kinshasa. Hun jongste dochter kwam bij mij in het volleybalteam. Al gauw werden we vriendinnetjes en we hadden de grootste lol samen. Ik was geintrigeerd door haar, haar taal wanneer ze met haar zussen sprak, haar kroeshaar, het eten dat ze ooit meebracht wanneer we op toernooi gingen. Ik mocht nooit naar haar huis toe. Ik wist dat ze thuis hard moest werken en ik voelde medelijden met haar. Op een dag kreeg ik een paar oorbellen van haar, die ze zelf had gemaakt met kralen en foam. Ik was er enorm blij mee en besefte destijds al dat het heel bijzonder was dat ze mij een cadeautje gaf. Twee weken later was het gezin met de noorderzon vertrokken. Mijn moeder vertelde me dat het gezin verhuisd was en ik was jong genoeg om dat te geloven. Ik maakte zelfs nog een boekwerk voor ons teamgenootje die ik naar haar op wilde sturen. Waarschijnlijk heeft mijn moeder het ergens op zolder gelegd. Later ging ik pas beseffen dat het gezin destijds is uitgezet en nooit meer terug zou komen.

Wanneer je me vroeg wat ik later wilde worden zei ik steevast dat ik ontwikkelingswerk zou gaan doen. Ik was er op gebrand om mensen te helpen, op wat voor manier dan ook. Dus op het VWO koos ik voor het pakket Cultuur en Maatschappij en vervolgde ik mijn studie in Leiden, waar ik de Afrikaanse talen en culturen bestudeerde. Wat ze me natuurlijk niet vertelden, was dat geen enkele NGO op een tolk Nederlands-Swahili zat te wachten, maar dat ze vakmensen nodig hadden, die in de zorg of in de logistiek konden werken. Intussen had ik mijn eerste reis-ervaring. In mijn uppie vertrok ik naar Kenya, om in een kleinschalig bouwproject in het westen van het land te gaan werken. In een dorpje waar men nog nooit een blanke had gezien. Ik was dolenthousiast toen ik vertrok, maar totaal gedesillusioneerd toen ik terugkwam. Ik besefte dat de mensen daar helemaal niet op mijn hulp zaten te wachten. Ik was geschokt door het enorme verschil in cultuur, het totale gebrek aan privacy en ik voelde me alsof ik totaal binnenstebuiten was gekeerd. Ik maakte mijn BA af, maar een master liet ik aan mijn neus voorbijgaan. Een jaar solliciteren en diverse uitzendbaantjes verder besloot ik het toch nog eens te proberen. De reiskoorts was weer langzaam aan het borrelen gegaan en ik kon hem niet langer negeren. Afrika was echter nog een stap te ver.. Wat dan? Ik herinnerde me mijn adoratie voor het hindoeisme en besloot dat het India moest worden...