Manilla

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Manilla image

De vloek van Manilla

Manilla
Filipijnen
Kokkeeri

De vloek van Manilla

Het is nog vroeg in de ochtend als ik op de kruising buiten het hotel mijn dagelijkse zoektocht naar de juiste jeepney (de typisch Filippijnse verlengde jeep) start. Ondanks het tijdstip is de spits al weer begonnen. Alhoewel begonnen? Manila is zo’n stad met verkeerschaos vanaf 05:00 uur ’s ochtends tot en met 02:00 uur ’s nachts. Bussen, tricycles, jeepney’s, taxi ‘s, motoren en personenauto’s voeren dagelijks strijd voor een eigen plekje op de weg. Daarbij zijn stoplichten niet serieus te nemen hinderijke obstakels, de lijnen op de weg meer suggesties dan richtlijnen en is de busstrook een handige extra rijbaan. En ergens in het midden staat een wanhopig gebarende verkeersagent, die nauwelijks zichtbaar door de optrekkende smog, orde in de chaos probeert te brengen.

Er is maar één regel, die elke waaghals in het verkeer respecteert: de sterkste en luidste heeft voorrang. Dus drukt de bus, luid toeterend, een jeepney van de weg, die vervolgens een personenauto afsnijdt, waarna deze, ook met enthousiast claxon gebruik, motors en tricycles laat weten niet op voorrang hoeven te rekenen. Aan het eind van deze verkeersketen heb je dan de voeganger. In het dagelijkse gevecht voor ruimte is zelfs de stoep niet veilig. Vooral als alles tot een stilstand komt, zoeken voertuigen de stoep op. En als je dan opzij springt om ruim baan te geven aan een tricycle moet je oppassen niet op de handelswaar een straatverkoper te landen. Als je deze weet te ontwijken, is er een goede kans dat je verdwijnt in een rioolbuis waaravan de putdeksel is gestolen.

In deze wereld van beeld, beweging en geluid zoek ik vanochtend weer 'mijn' jeepney. Ik heb geleerd dat focus belangrijk is en dat ik me niet moet laten afleiden door alles wat er rondom mij gebeurt. Focus is net het verschil tussen over 30 minuten lekkere koffie op kantoor of een Filippijns ziekenhuis. Dat speelt allemaal in mijn hoofd als ik ‘mijn nummer 6082’ aan zie komen. Ik manoeuvreer tussen twee stilstaande voertuigen door de weg op. Een luide claxon klinkt rechts van me. We zien een wilgebarende man achter de voorruit van een oude taxi. Door zijn achterruit zie ik drie bezwete mannen die uit alle macht deze taxi vooruit proberen te duwen. Tegen het verkeer in… .

Desondanks zie ik kans om de jeepney te stoppen. Tijd voor de volgende uitdaging; instappen. De ‘deur’ naar de passagiersruimte is een klein gat, waar Filippijnse kinderen makkelijk in kunnen kruipen. De rest van reizigers heeft daar meer moeite mee. Ik dus ook. Al bereik ik dit keer mijn zitplaats zonder mijn hoofd al te veel te stoten of op de slipperdragende voeten van de andere passagiers te stappen.

Alleen de plek op de bank schuin achter de chauffeur is nog leeg. Ik begrijp al snel waarom dat is. De reden is niet alleen het harde stuk metaal dat bij elke hobbel in mijn rug port. Het is ook niet de speaker die keihard in mijn oor tettert. Nee, het heeft waarschijnlijk te maken met de extra functie die aan deze zitplaats is verbonden. Voordat ik het in de gaten heb, ben ik gepromoveerd tot financieel assistent van de chauffeur. Klinkt goed, maar in de praktijk ben je druk bezig met het doorgeven van muntjes. Van de passagier naar de chauffeur en het wisselgeld van de chauffeur terug naar de passagier. Klinkt simpel, maar men verwacht ook van mij dat ik weet voor wie het wisselgeld bedoeld is. Dat lukt nog wel. Maar daarnaast blijk ik ook nog verantwoordelijk te zijn voor het juiste bedrag aan wisselgeld. Daar heb ik wat meer moeite mee. Fanatieke discussies tussen chauffeur en passagiers en passagiers onderling zijn het gevolg. Ik probeer me met een vriendelijke glimlach naar mijn overbuurman aan de consternatie te ontrekken. Hij glimlacht vriendelijk terug, maar blijft me daarna op een indringende en ongemakkelijke manier aankijken.

Dat doet me denken aan de waarschuwing die ik gisteren kreeg. Iets met hypnotiseurs die in de jeepneys passagiers onder hypnose brengen en op die manier geld aftroggelen. Die waarschuwing lachte in vriendelijk weg. Het leek me meer een broodje aap verhaal.

Toch zoemt dat verhaal ergens in mijn hoofd. Ik check regelmatig of de man nog steeds naar mij kijkt. En dat doet hij. Op het oog vriendelijk glimlachend, maar er is iets mijn die blik… . Snel kijk ik weer weg en probeer me te focussen op wat er buiten gebeurt. Opeens rijdt een motor ons voorbij. Niet opzienbarend, totdat mijn oog valt op iets wat achterop zit. Verbaasd en verrast kijk ik nog eens goed. Mijn eerste gedacht was goed; het is inderdaad een hond met helm en zonnebril. Ik knipper nog een keer met mijn ogen. De hond zit rustig achter op de voorbijrijdende motor. Dit kan niet waar zijn!

Zou het dan toch… ? Voorzichtig kijk ik nog eens naar de man tegenover me. Weer die vreemde indringende glimlach. Heeft hij me gehypno … ? Ik knijp in mijn hand. Er gebeurt niet veel. Ik voel iets, maar zie nog steeds de hond met helm buiten en de glimlachende man tegenover me. ‘Dat krijg je ervan als je een waarschuwing van een local weglacht!’, denk ik bij mezelf. Toch voelt het niet alsof ik gehypnotiseerd ben. Maar ik zou ook niet weten hoe dat moet voelen.

Bij mijn halte klauter ik voorzichtig uit mijn benarde positie. Nu niet alleen de ledematen van mijn mede-passagiers ontwijkend, maar nu ook de ogen van de 'hypnotiseur'. Dat lukt redelijk. Dan voel ik een tikje op mijn schouder. Ik twijfel, maar kijk toch om. Weer die vreemde glimlach. Hij wijst op de plek waar ik zojuist zat. Daar liggen wat muntjes. Waarschijnlijk uit mijn zak gevallen. Of is het een truc?

Snel pak ik de muntjes op en glip naar buiten. Buiten besluit ik dat het allemaal maar verbeelding is geweest.

Op dat moment rijdt er een motor voorbij. Achterop een hond. Met helm en zonnebril.

Foto's

bf1ec.jpg
bf1ec.jpg
Kokkeeri
058eb.jpg
058eb.jpg
Kokkeeri