China

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Ouwe dag in China

China


Deze ouweheer in de moslimwijk van Luoyang kan zo te zien nog wel van zijn oude dag genieten, maar dat geldt zeker niet voor elke bejaarde in China. Niet alleen zijn de pensioenbedragen van de overheid in China laag en in elke provincie, stad en district verschillend (het varieert van enkele tientjes tot circa 170 euro per maand), veel Chinezen hebben, op een basispensioen van 20% van het gemiddelde maandloon na, helemaal geen recht op een aanvullend pensioen. Dat lot treft gepensioneerden die tijdens hun loopbaan geen arbeidscontract hadden: landbouwers, zelfstandigen en ook veel arbeidsmigranten. Zij zijn dan ook genoodzaakt om tot op hoge leeftijd te blijven werken.

De problemen komen voort uit het pensioenstelsel dat in de jaren negentig werd hervormd. De “IJzeren rijstkom” - sociale zekerheid van de wieg tot het graf – uit de tijd van Mao was onhoudbaar en in de jaren ’90 is een nieuw pensioensysteem ingevoerd. Het aanvullend pensioen moet door werknemers en werkgevers worden gefinancierd, maar daar wringt de schoen; de werkgever weet er vaak onderuit te komen en de werknemer maakt er zich (nog) niet druk om. De pensioenleeftijden - 60 jaar voor mannen en 50-55 jaar voor vrouwen – zijn door de centrale overheid in Peking vastgelegd, maar de volksregeringen van de provincies moeten zelf de middelen ophoesten. Middelen waar het aan ontbreekt of in elk geval een structureel tekort aan is.

De éénkindpolitiek heeft het proces van vergrijzing in de maatschappij versneld; voor elke bejaarde zijn er nu nog geen 3 werkenden. De pensioengerechtigde leeftijd zal daarom verhoogd worden en door een gecentraliseerd nationaal systeem moeten de rijkere fondsen de armere uit de nood helpen en regionale verschillen tussen de gepensioneerden verdwijnen.