Landmijnen in Cambodja image
Lianne

Landmijnen in Cambodja

Elk half uur wordt er ergens op deze aardbol een leven verwoest door een landmijn. Zes hongerende radio-iconen van 3FM en Studio Brussel draaien onafgebroken muziek en verzamelen geld voor het anti-landmijnenprogramma van het Rode Kruis. Op hun websites verhalen de twee radiostations veel over het landmijnenleed in Cambodja. Daar eisten de zaden des doods –zoals schrijver Khaled Hosseini treffend omschrijft- in 2005 zo’n duizend slachtoffers. Iedere dag dus minimaal twee. Wat krijgt de Cambodja-toerist daarvan mee?

Steeds meer toeristen ontdekken Cambodja. Tropische bossen, indrukwekkende tempels, rijstvelden, vriendelijke mensen en zee. Maar het land heeft ook een keerzijde, want op sommige plaatsen is de grond bezaaid met onontplofte landmijnen. Dit goedkope oorlogstuig was populair bij de militair strategen van het door burgeroorlog geteisterde Cambodja. Ook de Rode Khmer was er dol op en de burgers moeten dat nog steeds ontgelden. Hoeveel actief oorlogsmaterieel er precies in Cambodja’s aarde verscholen ligt, dat weet niemand. Het zijn er in elk geval miljoenen en elke dag opnieuw stappen er mensen bovenop. De slachtoffers zijn vooral spelende kinderen (vooral jongens) en boeren.

Desastreuze gevolgen
Een straatjochie mist een been. Hij hinkt me lachend achterna en pest me met klappertjes. Een boekenverkoper zonder onderarmen vist handig wat wisselgeld uit zijn borstzak, maar ik moet even slikken als hij me met zijn stompje het briefgeld overhandigt. Een jongetje op één been is bijna net zo snel als zijn tweebenige makker en een straatventer zwaait me iedere morgen vrolijk toe met zijn twee stompen. Opvallend veel bedelaars in Cambodja missen een arm, een been, een hand of een voet. Jochies duwen rolstoelen voort met volwassenen, soms draagt iemand een prothese. Geen enkele bedelaar was ooit opdringerig. Altijd weer die glimlach, gevolgd door een vriendelijk ‘tenk joe’.

Landmijnen zijn een groot probleem in Cambodja en je kunt niet om de desastreuze gevolgen heen. Overal ontmoet je Cambodjanen met geamputeerde ledematen. Het percentage verminkten schijnt nergens anders zo groot te zijn en dat merk je. Tijdens busritten of fietstochten vallen ook andere littekens van jaren van oorlog op. Grote borden wijzen op ontmijningsresultaten en de pick-ups van de ontruimingseenheden dragen het opschrift UXO (UneXploded Objects). Een doodskop met de tekst ‘danger mines’ aan de rand van mijnenvelden waarschuwt voor gevaar en er zijn ook borden die het verbieden om in de grond te graven of te spitten.

Leven op mijnen
De velden met landmijnen zijn niet altijd verafgelegen. Nog schokkender: arme gezinnen wonen er soms bovenop. Naast waarschuwingsborden spelen kinderen, loopt een weggetje, graast vee. Cambodja is een straatarm land. Er is veel goede grond, maar dankzij het vele onderaardse en onontplofte oorlogsgeschut is vruchtbaar land vaak ongeschikt om te boeren. “Arme mensen hebben meestal geen keus??, zo vertelt Vanak, de jonge eigenaar van een gezellig restaurantje in Battambang. “Het is of honger lijden of de bedelstaf of gewassen verbouwen op mijngrond, die gratis is. Om maar geen honger te hoeven lijden, nemen veel boeren het risico. Op levensgevaarlijke grond bouwen ze hun leven weer op.“

Mijnen en reizen
Ja, er is armoede en er liggen veel mijnen, maar toch is Cambodja een aanrader. Oplettende reizigers zullen tijdens hun bezoek niet terechtkomen in een mijnenveld. Het risico op een ongeluk is op de gebaande paden vrijwel nihil. De afgelopen jaren zijn naar schatting 1,6 miljoen mijnen onschadelijk gemaakt. De bewoonde gebieden en de veel belopen paden zijn allemaal ‘schoon’. Ga er gewoon heen, maar neem een aantal regels in acht: verlaat de hoofdweg nooit in desolaat gebied; informeer naar mijnen als je gaat wandelen; plas nooit in de berm (bijvoorbeeld tijdens een busstop), want dat was ook een favoriete mijnenlegplaats van de Rode Khmer; en wellicht overbodig: raak niks aan dat op een mijn lijkt en uit de grond steekt.