Op de overdekte markt in Thimpu kan je vooral voor voedsel terecht. Deze mevrouw, gekleed in haar traditionele kira (overgooier) met zijden jasje, zoekt de beste varens uit om klaar te maken. Alleen de jonge scheuten van deze struisvaren, die ook wel ‘fiddleheads’ genoemd worden vanwege hun vorm, zijn eetbaar. Ze zijn een hele goede bron van vitaminen A en C. Mevrouw moet de varens minimaal 15 minuten koken, want anders kunnen ze buikpijn veroorzaken. De smaak zou een kruising moeten zijn tussen asperges en broccoli. Ik vond de smaak een beetje flauw, want voor toeristen wordt minder gekruid eten klaargemaakt.
Een traditionele maaltijd in Bhutan bestaat namelijk uit rijst, groenten, granen en pikante pepers. Een bekend gerecht is chilipepers (ema) gemengd met kaassaus (datse). Verder worden er veel Tibetaanse momo's (met groente of vlees gevulde deegwaren), pannenkoeken (kule), noodles (puta), en maïs (gesasip) gegeten.