Op het dak van Oostenrijk
Midden in de Oostenrijkse Alpen ligt Europa’s best bewaarde berggeheim: de Hohe Tauern (‘Hoge Passen’). Het nationaal park geniet de hoogst mogelijke beschermingsstatus. Elke wandeltocht wordt er daarom een avontuur.
De hoogste watervallen van Europa
Een wandeling vanuit het Oostenrijkse dorpje Krimml omhoog naar het Achental laat je de essentie zien van hoe een landschap in de bergen onder invloed van de natuur en de mens wordt geschapen. Om de oerkrachten van de plaatselijke must-see, de Krimmler watervallen, kun je niet heen: in drie etages stort de gletsjerbeek Krimmler Ache zich 380 meter in de diepte. Met zo’n verval wordt deze waterval als de hoogste van Europa beschouwd.
Alleen op de wereld
De hotspot trekt jaarlijks enkele honderdduizenden bezoekers. Je bent er dus nooit alleen maar het spektakel is uniek, vooral in de vroege zomer als het water het snelst stroomt. Loop je echter de brede en soms steile Wasserfallweg helemaal uit tot bovenaan, dan verdwijnen de toeristen als sneeuw voor de zon. Hier kom je in het Achental terecht. Verderop loop je langs sappige bergweiden, die al eeuwen in stand worden gehouden voor beweiding van vee.
Evenwicht tussen mens en natuur
Het is een mooi voorbeeld van hoe het nationaal park Hohe Tauern niet alleen alpiene wildernis beschermt. Sporen van menselijke activiteit in de Tauern gaan tot vijfduizend jaar terug. Daarom is het in delen van het park toegestaan vee te beweiden, zolang het eeuwenoude evenwicht tussen menselijke bedrijvigheid en de natuur in stand wordt gehouden. In bijna tweederde van het nationaal park, in de zogeheten kernzone, vind je daarentegen enkel onaangetaste bergnatuur, met enkele gemarkeerde bergpaden en berghutten. Midden in het Achental is het eeuwenoude Krimmler Tauernhaus een pauze waard. In deze herberg kun je ook logeren. Handelaars die met koopwaar van en naar Italië onderweg waren deden dat al in 1389.
