Topblog van de Week: We're only passin' through image

Topblog van de Week: We're only passin' through

Onze communityleden zijn van alle markten thuis. Fotograferen en schrijven kunnen ze als geen ander. Er is er één die wel heel erg pakkende blogs schrijft. Voor de derde keer in korte tijd is zijn blog Topblog van de Week geworden. Lees zelf maar waarom. 


Genieten geblazen (Foto: Stijn Hoekstra)

Wij hebben in Bagan het geluk om Koelin tegen het lijf te lopen. Koelin heeft een horsecart, een karretje dat achter een paard is gespannen en waarmee hij toeristen hoopt rond te rijden. Het is zijn bron van inkomsten. Op onze vraag wat zijn tarief is voor een rondrit antwoordt hij verlegen en bescheiden dat hij dat aan ons overlaat. Hoe lang willen wij? Koelin begrijpt precies wat wij willen. En dat is niet het standaardrepertoire Bagan. Wij willen stoppen, waar anderen dat niet doen, en omgekeerd. Wij willen vooral de tijd hebben aan onszelf en de tijd hebben voor de niet voor de hand liggende plekken. En dus rijdt Koelin ons rond, stopt op plaatsen waar hij anders niet stopt, en omgekeerd. Hij wacht rustig, desnoods een uur, totdat wij weer uit een tempel gekropen komen. Hij rijdt rustig, en stopt zonder morren op ons commando voor een fotoshoot. Wat hij vaak moet doen. Koelin is een vriendelijke rustige man. Een man naar onze harten.

Het is bijna avond als we de terugweg naar Old Bagan aanvaarden. De duisternis valt, zoals overal in de tropen, snel in. De omgeving vervaagt binnen een paar minuten. Het opdwarrelde stof boven deze vlakte is al snel niet meer te zien. Een verkoelend windje steekt op. Met een lekker gangetje sjokt ons paard voort over de mulle zandpaadjes. De tempels, de stupa’s en pagodes worden silhouetten, beschenen door een halfwassen maan. Soms verdwijnt de maan achter de silhouetten van de tempels, achter de donkere bomen, maar altijd komt hij weer tevoorschijn en reist met ons mee. In hetzelfde tempo. Een onvoorstelbaar gevoel van rust en genot neemt bezit van ons. Wat is dit onaards mooi.

Naast deze gelukzalige gevoelens dalen ook verheven gedachten op mij neer. Dit was ooit een grote stad, een metropool, zeker voor haar tijd. Hier werd geleefd door meer dan 200.000 mensen in hun houten huizen, die omringd werden door honderden, duizenden tempels. De stad is allang dood, haar ziel is weg. Wat rest zijn de restanten van haar karkas: de tempels die, in tegenstelling tot de houten huizen, van de tijd een beetje uitstel van executie hebben gekregen. Overblijfselen die uitgestrooid lijken te zijn over de dorre vlakte. Nog weinig aangevreten door de tanden van de tijd. Maar wel steeds meer. De tijd knaagt hier onmerkbaar door. De tijd, die altijd wint. Ook van ons, mensen. We zijn voorbijgangers in de tijd, voorbijgangers op deze plaats. Travellers, just passin’ through. Maar we zijn er wèl: hier en nu, in een kleine adempauze van de tijd, die we zo lang mogelijk proberen vast te houden. We prijzen ons gelukkig hier te mogen zijn. Dan verschijnen de vage lichten van Old Bagan. De drukte op straat neemt toe en de magic spell is weer voorbij. Genieten duurt altijd een kort moment. Althans het intense genieten. Het schiet als een warme straal door je heen. Heel even, maar lang genoeg om je te verwarmen.

Een vervelende eigenschap van het moment is dat het komt en eigenlijk bijna meteen weer gaat. Voordat je het wilt pakken, is het weer verdwenen. Alles verdwijnt, het ene wat sneller dan het andere. Maar de gedachte aan deze dag in Bagan is nog steeds springlevend, ook na ruim acht jaar nog. De volgende dag, als we weer met Koelin meerijden – tot zijn en ons grote plezier – duurt het genieten wat langer. We wachten tegen zes uur ’s avonds op de zonsondergang boven de oude ruines van Bagan. We hebben een plek gevonden op de eerste verdieping van een tempel. We klimmen naar boven, geen afscheiding; je staat hier gewoon op de traverse en je wordt door niets gehinderd. We hebben het zo druk met fotograferen dat we een beetje vergeten te genieten. Het moment duurt langer, en het genot is oppervlakkiger. Ik stop met foto’s maken. Dit moet je over je heen laten komen. Ik staar voor me uit. Zo zal het al honderden jaren gegaan zijn. Vele mensen moeten hier voor mij gezeten hebben, zonder camera. Alleen met hun gedachten. En daar geef ik me ook maar aan over. Er steekt een briesje op. In mijn hoofd hoor ik het mooie liedje van Kansas, Dust in the wind. I close my eyes only for a moment, and the moment's gone. All my dreams pass before my eyes, a curiosity. Dust in the wind, all they are is dust in the wind.