Vlak na zonsopkomst rijden we op onverharde wegen rondom Berg en Dal. Het is lekker weer dus hebben we de ramen open. Plotseling hoor ik geritsel en zie ik iets bewegen. Zie ik het goed? Een pangolin? "Stoppen, volgens mij zie ik een pangolin", zeg ik tegen Twan. Twan kijkt mij aan. "Een pangolin? Volgens mij slaap je nog half, het zal wel iets anders zijn." Maar ik ben klaarwakker en ik blijk gelijk te hebben. Echt waar, ik heb een pangolin gespot! Waar menig safarigids al jaren naar op zoek is. Hoe bijzonder is dit!

Een pangolin ofwel schubdier komt voor in Afrika en Zuid-Azië. De schubben liggen als dakpannen over het lichaam en bedekken het hele lichaam met uitzondering van de buik en de binnenzijde van de armen. Bij gevaar rollen de schubdieren zich als een egel op, waarbij de schubben bescherming bieden tegen vijanden. Alleen hyena's en grote katten kunnen door deze laag dringen. De schubdieren zijn gespecialiseerd in het eten van mieren en termieten. Ze hebben een lange, dunne tong, bedekt met kleverig speeksel (bron Wikipedia).