Etosha

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Etosha image

' Het komt nu niet zo goed uit, ik sta oog in oog met een neushoorn!'

Etosha
Namibië
Neretslok

' Het komt nu niet zo goed uit, ik sta oog in oog met een neushoorn!'

Als we ons geïnstalleerd hebben in ons huisje in Okaukuejo is het tijd voor onze eerste game-drive in een open jeep door Etosha. We hebben net een goed plaatsje in de jeep bemachtigd als er een familie, Italianen naar al snel blijkt, aan komt lopen. We herkennen het allemaal wel van het vliegtuig: het toestel is bijna vol, er is nog een plek naast jou, er komt een persoon aanlopen van zeker 200 kilo die zich met grote moeite door het gangpad perst, je denkt nog: hij loopt door. Maar nee, hij stopt gedecideerd bij jou. 18C mompelt hij, en ja, jij zit op 18B. Zo gaat het ook nu: er staan zeker wel tien jeeps, keuze genoeg voor deze druktemakers zou je zeggen, maar nee, zij stappen bij ons in. Het duurt even voordat alle spelletjescomputers uit de tas komen, de blikjes cola, de chips, maar dan zitten Opa. Oma, Pa, Ma en drie kleine kleutertjes toch echt. Voor hen is dit geen gamedrive maar een ritje pretpark. Het gekwetter gaat onverminderd door. Hebben wij weer.

Italianen. Ik ga hier niet beweren dat ik iets tegen 58 miljoen van onze medewereldbewoners heb, maar ja, die 58 miljoen meegeleverde monden…. Deze lijken in Italië louter voor één doel gemaakt te zijn en dat is voortdurend, zonder ophouden, zoveel mogelijk bewegen en geluid voort brengen. Ik heb ze kirrend, joelend en schreeuwend, struikelend over hun woordenerupties, Duin 45 zien oprennen, de serene plek met de prachtige rode zandduinen in het zuiden van Namibië. De woestijn moet moeite gehad hebben met dit decibellenbombardement. In de Sesriemkloof, even later en niet ver daar vandaan, dachten we als eerste en enige in de kloof af te dalen, totdat zich twee bussen met Italianen meldden. In een oogwenk werden we door de tetterende mierencolonne verpletterd.

Silenzio heeft in Italiaanse woordenboeken een onbeduidende plek in het aanhangsel, als het er al in staat. Drie medereizigers van de internationale groep waarmee we door Namibië trekken komen ook uit Italië. Zelfs als de groep na honderden kilometers hobbelen collectief in slaap gesukkeld is, gaan drie monden onvermoeibaar door. Ik geef het je te doen: verzin maar eens stof om een hele dag vol te kletsen, iedere dag. Eigenlijk zou dit alleen al bewondering moeten afdwingen.

Het op luide toon voeren van de conversatie is niet zo bevorderlijk voor de kans op het zien van wild. Maar ja misschien is dat voor de familie ook niet eens de bedoeling. Er is aanvankelijk ook niet veel te zien. Zebra’s, een oryx, twee giraffen. In stilte hopen wij op meer spectaculaire ontmoetingen.

Dan loopt duikt ineens een enorme mannetjesolifant op, vóór onze jeep. Hij sjokt uiterst langzaam voort door het droge hete land. Hij is in ‘must’. De natuur heeft het slim bedacht. Mannetjesolifanten raken bij toerbeurt in ‘must’. Deze toestand moet hen extra aantrekkelijk maken voor de dames. Doordat ieder mannetje zijn eigen ‘mustperiode’ heeft, heeft hij geen concurrentie en kan hij bij meerdere vrouwtjes proberen het beste uit zijn toekomst te halen. Voor de jongeman hangt er een pittig prijskaartje aan. Omdat bepaalde klieren uitzetten, komt er een enorme druk op de kop van het mannetje te staan en dit veroorzaakt voortdurend hevige pijnen . Daarbij wordt hij wild, stoer, sterk en uiterst agressief. Om maar zeker te stellen dat andere mannetjes zich geen moment bedenken en zich uit de voeten maken als hij op het podium verschijnt. Ook voor de mens is hij dan extreem gevaarlijk. Je wilt hem eigenlijk liever niet tegenkomen.

Maar daar loopt hij, twintig meter voor ons. Hij blijft af en toe stilstaan en kijkt om zich heen. Wij houden de adem in, zelfs de Italianen zijn stilgevallen. Meneer heeft het zwaar. Met een trieste blik zet hij weer een paar stappen. Het is een enorm exemplaar. Zijn enige doel blijkt de waterpoel te zijn. Zijn lichaam staat dan misschien op springen en er is geen vrouwtje in de buurt - ellende te over dus - maar water heeft nu topprioriteit. First things first. Hij doet zich te goed en besprenkelt zich aan alle kanten met modder. Een beetje verlichting voor hem, een indrukwekkende ervaring voor ons.

’s Avond krijgen we een voorstelling bij de waterplaats in het kamp. Een olifantenfamilie meldt zich op de bühne. Niet lang daarna volgt een klein neushoorngezinnetje. Ademloos en muisstil kijken we toe. Geen Italiaan te bekennen nu, die zitten nog aan de pasta, dus is het ook echt heel stil.

De olifanten tolereren twee drinkende giraffen, maar de aanwezigheid van de neushoorns wordt niet op prijs gesteld. Op niet mis te verstane wijze wordt de neushoorns te kennen gegeven dat ze hier maar beter kunnen ophoepelen. Mokkend sjouwen de neushoorns onze kant op. Ze willen blijkbaar niet meteen afdruipen, maar zoeken wel de veilige buitengebieden op. En zo’n buitengebied bevindt zich vlak voor onze neus. Het is indrukwekkend: op nog geen drie meter afstand kijken we tegen de kop van het mannetje aan. Hij kijkt ons recht in de ogen, met slechts een muurtje van één meter hoog tussen hem en ons. Onze adem stokt, zou hij? Maar nee, deze neushoorn lijkt ons niet te zien. Hij blijft een tijdje zo staan, we kijken hem strak aan, en dan sjokt hij weer verder.

Dan belt mijn dochter, die even is vergeten dat ik in Namibië zit, vanuit Nederland. Ik draai me snel om en ren een aantal stappen terug. Ik antwoord fluisterend en met hoorbare spanning in mijn stem, dat ik ‘right now’ oog in oog met een neushoorn sta. Op dat moment zie ik jakhalzen die de tenten afstruinen op zoek naar left-overs van het voedsel van de kampeerders. Ik struikel er bijna over. Ik voeg er aan toe: ‘ o, en nu struikel ik bijna over een jakhals, wacht even ‘. Mijn dochter is stil. ‘ Zo, daar ben ik weer. En hoe is het met jou?’. Ze is veel gewend van ons, maar ze heeft maar niet meer gebeld, die vakantie.

Foto's

d6525.jpg
d6525.jpg
Neretslok