Centraal Namibie

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Centraal Namibie image

Dit is de natuur

Centraal Namibie
Namibië
Twalia

Dit is de natuur

Ochtend in Waterberg National Park. Om half zes nemen we nog enigszins slaperig plaats in de overvolle truck om op ochtendexcursie te gaan. De verwachtingen zijn hooggespannen, zo voelen we ons altijd aan het begin van een safari. Waterberg National Park is een bijzonder park, want er komen diersoorten voor die in de rest van Namibië niet voorkomen. Roan antilopen, sabel antilopen, we hopen ze allemaal tegen te komen.

Inmiddels staat de zon al redelijk hoog aan de hemel en rijden we over de begroeide vlakten van het park. Iedereen tuurt over de vlakten op zoek naar iets wat lijkt op een dier. Na een paar uur rondrijden is de opbrengst één antilope, in de verte tussen het struikgewas. De teleurstelling is voelbaar. Het maakt al niet meer uit welk dier we gaan zien, als we maar iets zien.

En dan, als iedereen de moed begint te verliezen en de gids al wanhopig bezig is een verhaal te vertellen over de onvoorspelbaarheid van de natuur, zien we een dier. Een Kudu vrouwtje staat midden op het pad. Langzaam komen we dichterbij en worden de fotografen onder ons wakker. De fototoestellen die inmiddels waren opgeborgen, worden weer uit de tassen gehaald. Hoewel wij al vaker Kudu's hebben gezien, zijn we blij dat we dit vrouwtje zien. En dan nog zo dichtbij!

Dan bekruipt mij langzaam het gevoel dat er iets niet klopt. We komen steeds dichterbij en het Kudu vrouwtje verroert zich niet. Dit is niet het gedrag van Kudu's zoals wij het eerder hebben gezien. Kudu's zijn meestal in een groep en zijn alert en schrikachtig. Maar dit vrouwtje is alleen. Ze staat doodstil en kijkt naar de truck. Als de truck op een paar meter afstand stopt, blijkt mijn gevoel te kloppen. De gids zegt dat ze gewond is, ze heeft een flinke wond bij haar hals. De wond is lelijk, er zitten maden in. Waarschijnlijk is de wond ontstaan toen ze heeft moeten vluchten voor een van de jagers die in het park leven. Een tak van een boom is de boosdoener, denkt de gids.

Ik heb mijn fototoestel opgeborgen en kijk naar het vrouwtje. Ze is in een slechte conditie, ze is verzwakt. Het speeksel loopt in een straal uit haar bek. De gids hoeft niet te zeggen dat ze dood gaat, het is aan haar te zien. Iemand vraagt wanneer ze zal sterven. Hier kan de gids geen duidelijk antwoord op geven. Een prooi voor jagers is ze niet meer. Omdat ze zo ziek is, zullen zij haar niet opeten. Ze zal uiteindelijk ergens een plek zoeken om te sterven. Ik kijk in haar ogen en zie dat ze lijdt. Een gevoel van boosheid en machteloosheid borrelt omhoog. Waarom kunnen wij haar niet helpen? Waarom pakt de gids geen geweer en verlost hij haar uit haar lijden? Ik ben niet de enige met deze gevoelens. Maar de gids antwoordt kalm: "Dit is de natuur en we laten de natuur zijn gang gaan".

De gids start de truck, we laten het Kudu vrouwtje alleen. Maar het vrouwtje blijft staan, stokstijf, midden op het smalle pad. "Alsjeblieft, rijdt me maar aan", lijkt ze te denken. Ik meen de wanhoop in haar ogen te zien... of is het mijn eigen wanhoop? Uiteindelijk stuurt de gids de truck van het pad af, we zullen om het vrouwtje heen moeten rijden. Langzaam zie ik haar steeds kleiner worden. We rijden naar een waterhole waar we een groep Roan antilopen kunnen bewonderen. Hoewel ik deze beesten heel graag wil zien, dwalen mijn gedachten steeds af naar het Kudu vrouwtje.

"Dit is de natuur en we laten de natuur zijn gang gaan". Ik ben het altijd eens geweest met deze woorden. De natuur kan wreed zijn, maar zo gaat het nu eenmaal. De een zijn dood is de ander zijn brood. Het recht van de sterkste. Maar vandaag is het even niet zo simpel. Vandaag heb ik medelijden met het Kudu vrouwtje. Vandaag kijk ik met andere ogen naar de natuur en wil ik ingrijpen. Vandaag hoop ik dat het Kudu vrouwtje morgen niet haalt.