Crash: 70 Nederlandse doden image
Arnieh

Crash: 70 Nederlandse doden

Bij de crash van het toestel van Afriqiyah Airways in de Libische hoofdstad Tripoli zijn 70 Nederlanders om het leven gekomen. Dit meldde premier Balkenende vanmiddag in een persconferentie. Enige overlevende van het ongeluk is een 9-jarig Nederlands jongetje uit Tilburg.

Een groot deel van de Nederlanders aan boord van het vliegtuig zouden hun vlucht geboekt hebben via reisorganisaties Kras (26) en Stip Reizen (38). Het toestel stortte vanochtend om vier uur vlak voor de landing neer in Tripoli. Hier zouden de reizigers van hun vlucht uit Zuid-Afrika overstappen op een vliegtuig naar Brussel of Düsseldorf.

104 inzittenden

In het toestel waren in totaal 104 mensen aanwezig, waarvan 93 passagiers en 11 bemanningsleden. Naast de 71 Nederlanders zouden onder de passagiers ook 22 Libiërs geweest zijn. De overige inzittenden zijn van verschillende nationaliteiten. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een crisisteam geformeerd.

Geen terrorisme

Wat de crash veroorzaakte is nog niet bekend. Terrorisme wordt uitgesloten door de Libische autoriteiten. De Arabische nieuwszender al-Arabiya berichtte dat het toestel een technisch mankement had, dat kort voor de landing ontdekt werd. Dit zouden de luchtvaartautoriteiten van het Noord-Afrikaanse land bekend hebben gemaakt. De zwarte doos is volgens het Libische persbureau Jana inmiddels gevonden.

Nieuwe maatschappij

Afriqiyah is een nieuwe maatschappij, die onlangs in het nieuws kwam vanwege de extreem goedkope vluchten naar Afrika. Door voordelige tankstops in Libië kan de maatschappij retourtickets Amsterdam-Johannesburg aanbieden voor €346. Afriqiyah is aangesloten bij de International Air Transport Organisation en de vloot bestaat uit moderne Airbussen.

Informatie

Familieleden kunnen voor informatie bellen met het nummer 070-3487770 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook de ANWB heeft een informatielijn voor familie opengesteld: 088-2692112.


Volg Columbus Magazine via Twitter of via RSS.