Sydney

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Sydney image

Sydney

Sydney
Australië
Reefje

Carshopping


Quentin en ik willen eind maart richting het noorden trekken. Dit kunnen we uiteraard niet realiseren zonder onze eigen 4 wheel drive en dus staat de maand maart in het teken van de auto. We struinen elke dag de used car websites af en laten iedereen die we kennen, weten dat we op zoek zijn naar een Toyota Landcruiser. Eind maart en er staat nog steeds geen 4 wheel drive voor ons huis. Rond deze tijd van het jaar zijn er maar weinig backpackers die hun auto verkopen. Daarnaast zitten we met het probleem dat Quentin en ik verschillende tijden werken (zeer lastig wanneer je samen een auto wil bekijken). Als we eindelijk een dag samen een paar uurtjes te besteden hebben, krijgen we aan de andere kant van de (telefoon) lijn te horen dat de auto inmiddels al is verkocht.

8 april besluiten we samen de trein naar Homebush te nemen, om daar een aantal tweedehands autodealers af te gaan. Na 30 minuten in de trein te hebben gezeten, arriveren we bij de eerste dealer, Homebush Used Cars. Op internet stond een advertentie voor een blauwe Toyota Landcruiser voor $5000 dollar, die onze aandacht wist te trekken. Niet echt ons budget, maar we hopen enigszins een beetje met de verkoper te kunnen onderhandelen. Steve (een Turk met een zwaar Ozzie accent, vrouw en 2 kinderen) loopt ons tegemoet met een brede glimlach. “What can I do you for?”, zegt ie. We wijzen naar de blauwe Landcruiser en wanneer Steve de sleutels tevoorschijn tovert, volgen we hem naar de wagen. De Toyota uit ’81 wordt grondig (nouja, ik kijk vooral naar hoe de auto eruit ziet, Quentin kijkt naar het mechanische gedeelte ) van binnen en buiten gecheckt. Op de achtergrond horen we de verkoper zijn welbekende verhaaltje doen.

De auto heeft 1 eigenaar gehad en dat is naast het aantal km’s (240.000), ook aan de wagen te zien. Naast wat roestplekjes, ziet de Landcruiser er vrij nieuw uit. Een ander voordeel is dat de auto zowel met benzine als gas rijdt, wat onze reis enigszins goedkoper zal maken. Voordat Quentin en ik überhaupt de kans krijgen om te overleggen, worden we door Steve naar zijn kantoor geloodst om daar de papieren te tekenen. Wat ongemakkelijk nemen we plaats op de twee stoelen voor zijn bureau. Steve schuift de papieren en een pen onder onze neus. “Dat is dan $6000”, zegt ie. “Uh, op de website staat dat ie voor $5000 te koop is en eerlijk gezegd is dat al te duur voor ons”, merk ik op. Steve kijkt ons niet begrijpend aan en blijft bij zijn eerder genoemde bedrag. We nemen een kijkje op de website en inderdaad, hij heeft een fout gemaakt. Hij wil ons tegemoet komen, maar minder dan $5800 kan hij er niet van maken. Ik leg hem uit dat Quentin en ik maar $5000 hebben om aan de auto te besteden.

Na een korte discussie, hebben we uiteindelijk een deal. Eindbod: $5200. Handen worden geschud, papieren ondertekend en na een aantal kleine vernieuwinkjes, mogen we hem morgen op komen halen. En zo staan we de volgende dag, met een sleutel in onze hand. We lopen naar de achterkant van de zaak waar de auto geparkeerd staat en Quentin kruipt achter het stuur. Het begint al meteen goed, de auto start niet! We raken niet (meteen) in paniek en bedenken dat het waarschijnlijk komt door het feit dat er al een tijd niet in de auto is gereden. Snel lopen we terug naar Steve, die ons vervolgens Ed meestuurt om de wagen met startkabels en een extra accu te laten starten. Met succes! Voordat we de snelweg volgen, besluiten we eerst een paar rondjes in de woonwijk achter de autodealer, te rijden. Het is een super grote ding en we moeten beiden even wennen aan ons nieuwe ‘beest’. Zodra Quentin de auto in zijn achteruit wil zetten (het is even zoeken), slaat de motor af om vervolgens niet meer te starten.

Wat nu? Steve zit al lang en breed aan tafel, waar zijn vrouw het avondeten klaar heeft staan. Quentin vraagt een aantal mensen in de buurt of ze ons kunnen helpen. Een vrouw roept haar 3 tienerzoons bij elkaar om samen met Quentin de auto een duwtje te geven. Ik zit achter het stuur en probeer de auto al rollend van een heuveltje, te starten. Wanneer ik halverwege ben en de auto nog geen kik geeft, raak ik lichtelijk in paniek en schreeuw naar Quentin dat het niet lukt. Ik stop de auto en stap uit. Zelfs na Quentin’s poging en nadat we de hulp van een busje met starterskabels hebben ingeschakeld, wil het ding maar niet starten. De accu is zowat leeg en de dichtstbijzijnde auto’s hebben niet genoeg power om onze auto te starten (een normale auto heeft 12 volt en de onze 16 volt). We duwen de auto (met behulp van een andere Ozzie, blijken toch zeer behulpzame mensen te zijn!) naar een plaatsje langs de kant van de weg. Het is inmiddels 19 uur en schakelen Yahoo’s hulp in. Maar ook deze poging mag niet baten. Een uur later geven we het op, kruipen in Yahoo’s auto en laten ons naar huis rijden.

De volgende dag delen we Steve ‘vriendelijk’ mee dat zijn ‘beauty’ het heeft begeven. We krijgen een nieuwe accu en hij gooit er nog wat benzine in om ons op weg te helpen, na een paar minuten rijdt de auto. Een beetje zenuwachtig zit ik achter het stuur. Tja, wat wil je, dit ‘beest’ is zeker niet met mijn kleine Kia te vergelijken! Maar na een half uur rijden we dan onze vertrouwde Chalmers Street in. En zelfs het parkeren (thank god for steeringpower!) lukt me redelijk. Trots laten we de auto aan de huisgenoten en aan Pete zien. Beiden poseren we voor de auto voor een foto, zodat ook het thuisfront mee kan genieten van dit moment.