Ondanks een algemeen respect voor de Castro’s, Che Guevara, José Marti, de helden van de revolutie, hopen veel Cubanen op meer welvaart.
Arbeiders én universitair geschoolden verdienen momenteel rond de 20 euro per maand. Ze hebben moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Voor hun inkopen gaan ze naar de staatswinkel, waar ze met een rantsoenboekje tegen redelijke prijzen kunnen kopen. Maandelijks hebben ze recht op drie kilo rijst per persoon, een kilo bonen, twee kilo suiker, olie, een stuk zeep, een pond koffie, een tube tandpasta (voor twee), een broodje per persoon per dag en een al even beperkte hoeveelheid graan, aardappelen, tweehonderdvijftig gram kip, vijf à acht eieren en een beetje vis als er voorraad is en dat is vaak niet het geval.
Er is gelukkig wel genoeg rijst, het wordt nauwkeurig gewogen. De mensen in de winkel vinden het prima als je fotografeert. Later werden we nog uitgenodigd bij de mensen thuis. We hebben toen een voor 2 euro een fles olie voor hen gekocht in de supermarkt.
"Het nieuwe Cuba houdt op in de portemonnee", volgens Columbus 21. Helaas klopt dit nog steeds.