In Budapest kun je goed en goedkoop met het openbaar vervoer reizen. Dat begint al vanaf het vliegveld; bieden de hotels je een transfer aan voor €10 tot €15, of kun je een direct taxibusje naar het centrum boeken voor €7. Met het openbaar vervoer kun je voor minder dan €2 naar elke gewenste plek van bestemming in het centrum reizen. Op het vliegveld en de stations zit een loket van BKK (Budapest Openbaar Vervoer), hier kun je tickets kopen; voor elke soort rit Metro, tram of bus) heb je 1 kaartje nodig van 350 HUF (ca € 1,15) en mag je overstappen op hetzelfde vervoer. Stap je over naar een ander vervoersmiddel heb je een nieuw kaartje nodig, maar er is ook een overstapkaartje van 530 HUF (€1,75). Op het vliegveld kun je dus zo’n overstapkaartje kopen en dan stap je in bus 200E die brengt je naar het eindpunt van Metro lijn 3. Van hieruit kun je dan met de Metro naar je hotel en eventueel klein stukje lopen.
Wij hadden een hotel geboekt in het centrum, deze lag naast het Keleti Pályaudvar (station oost en Metro) op slecht 2 minuten lopen, maar wel 4 kilometer van het echte centrum verwijderd, waar we ruim een uur over deden. Gelijk de volgende dag hebben we bundeltjes OV kaartjes gekocht (10 kaartjes voor 3000 HUF = € 9,90, zo is elke rit maar 1 Euro), dit is nog altijd goedkoper dan dagkaarten of abonnementen, maar dat is weer afhankelijk van hoeveel en hoe vaak je met het OV gaat.
Zou je nog het mooie kunstenaars-stadje Szentendre, zo’n 25 km ten noorden van Budapest willen bezoeken, kan dit ook met een OV kaartje. Szentendre ligt aan het eindpunt van Metro lijn 5, vanaf de stadsgrens is dit de gewone trein. Je OV kaartje is geldig tot de stadsgrens en daarna komt er in de trein een conducteur langs en moet je een toeslagkaartje kopen voor 310 HUF (€1), terug net zo.