Sumatra

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Sumatra image

Nachtmerrie in het paradijs

Sumatra
Indonesië
EvanderHel

Nachtmerrie in het paradijs

Op dinsdag 27 september, als we er een goede week op hebben zitten in Sumatra, vertrekken R. (mijn man) en ik met onze gids om 08:30 's ochtends vanuit Bukit Lawang naar Tangkahan. We stappen in een 4 Wheel Drive, want met een gewone auto en/of busje kunnen we deze weg niet nemen. Dan zouden je alarmbellen af moeten gaan, maar dat zijn ze
's ochtends vroeg al toen we moesten opstaan. "Bovendien", zo zegt onze gids met een ontzettend blijde glimlach," is het de enige 'korte' route". We beginnen vol goede moed en binnen de kortste keren hangen onze monden open. Niet door wagenziekte maar door het adembenemende landschap dat hoog boven ons en diep onder ons voorbij trekt. Na geruime tijd te hebben genoten hiervan, beseffen we dat we al die tijd de enige auto op de weg zijn. Sterker nog, de weg is ook weg. Wat rest is een soort van achtbaan over de grond en we stuiteren letterlijk door de hele auto als op een gegeven moment de achterbank besluit om naar voren te schuiven. Met een klap schieten we allebei bijna op de bestuurdersstoel waar de gids nog steeds blij zit te zijn. "Hold on"! Ja, dat is goed maar waaraan? En riemen zijn er ook al niet... Ik krijg de slappe lach als ik zie hoe R. zit te bonken met zijn hoofd tegen het dak. Nog even en we hebben een cabrio. Na 3 uur in deze botsauto te hebben gezeten en over bruggetjes te zijn gereden die uit niet meer bestaan dan een aantal dwarse planken en 2 in de lengte erover heen met daaronder een kolkende rivier, zijn we er en stappen we uit in de wetenschap dat we nog leven, dat onze organen een nieuwe plaats hebben gekregen in onze lijven en dat een gevoelsmatig bont en blauwe rug best stoer is.

In een oud en enigszins vervallen gebouwtje schrijven we ons in en lopen dan naar onze Jungle Lodge. Nou ja, lopen... net als in de jungle bij de Orang Oetans is het ook hier klimmen en klauteren, afdalen, de rivier oversteken met het lokale voetveertje, wederom onszelf en de rugzakken naar boven worstelen terwijl de transpiratie naar beneden stort, maar dan? Dan staan we in het paradijs! Wat een waanzinnig mooi stuk natuur, hellingen met alleen maar jungle, oerwoudgeluiden, enorm grote vlinders, een prachtige groen/blauwe rivier in de diepte én een zalig koude cola.

Als we op adem zijn gekomen laat men ons de lodge zien waar we die nacht kunnen slapen. Nou ja, lodge? We zien hem bij daglicht en allebei denken we van "ach, dat ene nachtje moet toch wel kunnen?" We zetten onze spullen op de grond, sluiten de boel af met een hangslot dat zwaarder is dan de gehele gammele deur en vertrekken naar het punt waar we de olifanten gaan zien. "Willen jullie een half uur lopen of achterop de brommer"? Ha! Grapjassen... het Indonesische half uur kennen we inmiddels en moet je ruim nemen, dus we kiezen voor de makkelijke optie en klimmen achterop bij twee leuke jongens met lange zwarte haren. Dat hebben alle mannen daar, dus dat is kennelijk de mode op dit moment. Of de kapper is failliet. De tijd bij de olifanten is geweldig, wat een bijzondere, mooie en indrukwekkende dieren zijn het toch. Als we terugkomen zijn we moe, warm, plakkerig en bezweet en willen graag even douchen in de lodge. We halen het hangslot van de deur en stappen in de duisternis. Er is geen electriciteit en dus geen licht. We laten de deur open voor wat daglicht en stappen een voor een onder de douche. Aaagh! Weet je hoe diepvriesachtig het is om koud water op je verhitte lichaam te laten stromen? Maar dat is het enige dat er is, koud water. En spinnen, bergen stof en spinnenrag op het lage plafond waar ik met mijn 1.65 meter bijna met mijn neus inzit, vuil, muf en vochtig is het er. Na een recordtijd te hebben neergezet qua snel douchen gaan R. en ik een hapje eten. Het wordt snel donker en na het eten moeten we met een klein zaklampje de weg weer terug zien te vinden naar ons "knusse" hutje. We zijn kapot, moe en willen nog maar een ding: slapen. Het bed ruikt muf en voelt klam aan. Bah. Als we eindelijk liggen met de klamboe over ons heen, zijn we klaarwakker. Het is pikkedonker en er komt een kakafonie aan oerwoudgeluiden van buiten naar binnen. "Wat is dat??", zegt R. Ik weet het niet, het zal wel een aap zijn of zoiets. Geritsel van buiten, gebonk op het dak en de ene schreeuw na de andere. Gek, hoe zoiets midden in de nacht heel anders kan overkomen dan overdag. Dan, net op het moment dat ik begin weg te zakken in een soort combinatie van slaap/dromen/nachtmerrie/half bewust zijn van alles wat ik nog hoor, schiet R. overeind en roept "er liep iets over mijn benen!". We proberen of we wat kunnen zien met het zaklampje, maar dat schiet niet op. In de wetenschap dat een Sumatraanse tijger niet door de kieren heen past en dat het zware hangslot vast wel een nieuwsgierige aap op afstand kan houden, geef ik het op en val in slaap.

De alarmbellen gaan af. Toch handig zo'n mobieltje met wekkerfunctie. We voelen ons brak, moe en smerig. Willen maar één ding en dat is wegwezen uit dit vochtige, vieze kot. We douchen Amerikaans en doen dit zoveel mogelijk buiten, waar het fris ruikt en aangenaam toeven is in het ochtendzonnetje. Dan pak ik de bagage en... zit er een gat met knaagranden in de tas. R. had dus toch gelijk, maar we zullen nooit weten wat het is geweest. In het daglicht ziet alles er toch vriendelijker uit, maar de afgelopen vreselijke nacht zit nog vers in onze gedachten en blij vertrekken we daarom naar onze trouwe 4 Wheel Drive voor een nieuw, hobbelig avontuur.

Foto's

e54fb.jpg
e54fb.jpg
EvanderHel
c63b4.jpg
c63b4.jpg
EvanderHel