Het best bewaarde geheim van Rajasthan image
Lkoedam

Het best bewaarde geheim van Rajasthan

In de vallei van Ajabgarh tref je een authentieke Indiase wereld aan die amper lijkt te zijn aangeraakt door de tijd.

De vallei van Ajabgarh is een van de best bewaarde geheimen van India. Foto: Louise ten Have
De vallei van Ajabgarh is een van de best bewaarde geheimen van India. Foto: Louise ten Have (© Columbus Travel 2015)


De Indiase deelstaat Rajasthan, die tegen de grens van Pakistan aanschurkt, is een favoriete bestemming van buitenlandse toeristen én Indiërs. Niet in de laatste plaats vanwege de roze stad Jaipur en de blauwe stad Jodphur, het thuis van paleizen,

forten, tempels en festivals. Toch is een unieke ervaring niet ver weg. Middenin deze overwegend stoffige staat ligt de vallei van Ajabgarh, een groene oase die tot de best bewaarde geheimen van India mag worden gerekend.



Een ander India



Waar je elders in dit land – en dan vooral in de grote steden – wordt opgeslokt door de dampende drukte van het economisch ontbolsterende India, kun je in de vallei van Ajabgarh rustig ademhalen. Onder een heldere hemel vind je rotsachtige kloven, serene meertjes en een keur aan bijzondere vogelsoorten. Er worden putten geslagen en kruiden fijngemalen in vijzels. Vrouwen in kleurige sari’s bewerken rijst- en mosterdvelden. Oudere mannen roken op hun gemakje een waterpijp. Liever dan de stand van zaken op de internationale financiële markten, bespreken ze de dagelijkse besognes van de mensen in het dorp.



Jachtterrein van de maharadja



De vallei van Ajabgarh ligt ingeklemd tussen het goudbruin van de Aravalli-heuvels. Dit is het voormalige jachtterrein van de Maharadja van Alwar, die het voorzien had op de nog niet met uitsterven bedreigde tijger. Prieeltjes – sommige reeds lang vervallen – steken boven de zompige velden uit. Wie lange wandeltochten maakt, of middels jeep of kameel door de vallei trekt, zal de nodige restanten vinden van verlaten forten. Maar denk niet dat de maharadja’s geen factor van betekenis zijn! Het woord maharadja is Urdu voor ‘grote heer’ en duidt op de feodale heersers van de vele koninkrijkjes die India eeuwenlang kende. Ook de komst van de Britten – die hun kroonkolonie aanduidden als de Raj – veranderde weinig in de bevoorrechte positie van de zich in edelstenen wentelende paleisheren. De Britten gebruikten de bestaande machtsstructuren om via een politiek van verdeel en heers het land in de hand te houden. De maharadja’s werden een soort stromannen – maar wel steenrijke stromannen. Toen India in 1947 onafhankelijk werd, verloren ze hun bestuurlijke privileges maar werd hun levensstijl met douceurtjes van overheidswege in stand gehouden. Nadat ook die subsidie wegviel, begonnen de maharadja’s land en paleizen te verkopen, of om te bouwen tot toeristische attracties en hotels.



Maharadja voor een dag



Door ingrepen van de maharadja’s  – dat moet je ze nageven –  is de welstand van weleer voor een deel intact is gebleven. Ook in de vallei van Ajabgarh kan de bezoeker zich maharadja voor een dag wanen. Om er te komen neem je een binnenlandse vlucht naar Jaipur. Vandaar is het anderhalf uur noordwaarts rijden, grofweg in de richting van Alwar. Wie zo’n € 500 per nacht kan missen, kan een suite in het Amanbagh betrekken – een paleis omringd door villa’s in klassieke Muhal-stijl. Deze ‘rustgevende tuin’ is een ideale uitvalsbasis voor het verkennen van de vallei. Maar ook een mooie bestemming voor iedereen die weleens wil weten hoe de wereld van de maharadja’s er ongeveer uit moet hebben gezien. En wie wil dat niet?



Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)