KwaZoeloe-Natal, Zuid-Afrika
In de provincie KwaZoeloe-Natal is Shaka Zoeloe, die van een kleine clan een machtig rijk maakte, overal aanwezig. De grote koning waart door de hoofden van mensen en stroomt door ieder hart. Misschien wel dankzij de vele liters bloed die zijn krijgers over het land vergoten, is het land zo vruchtbaar en zijn haar inwoners zo strijdlustig. Want op de geheime stranden, rollende heuvels, uitgestrekte meren en eeuwenoude reservaten wordt nog steeds strijd geleverd. Voor én tegen het wildleven. Voor én tegen de overheid. Voor én tegen het nieuwe Zuid-Afrika. Shaka laat zich nog overal gelden – vandaag de dag is iedereen een Zoeloe.
Tekst: Howard Drakes, Fotografie: Tom van der Leij
Vandaag is iedereen Zoeloe
De man is bijna twee meter lang, met benen als boomstammen. Zijn
donkere huid contrasteert met het lichte kaki uniform. Zijn spieren
spannen zich samen terwijl zijn hart adrenaline door zijn lichaam
pompt. Toen zijn concentratie daarnet een paar tellen verslapte,
zag hij te laat dat er een vijf ton wegende Afrikaanse olifant
stilletjes in het struikgewas stond. Hij spaart zich de moeite om
zijn geweer te richten. Zelfs met een precisieschot en alle geluk
van de wereld zou hij niet in staat zijn de volgroeide, woeste
olifant neer te halen. Dus doet hij iets wat normaliter zijn dood
zou betekenen – hij zet het op een lopen. ‘Ren! ren nu!’ spoort hij
zijn reisgezellen aan. ‘De heuvel op!’
Het harde hout van de tambotiboom vat vlam en begint te roken. Het
vuur geeft net genoeg licht om mijn negen medereizigers van elkaar
te kunnen onderscheiden. Een van hen is donkerder en groter dan de
rest. Bheki Msweli staart in het vuur, diep verzonken in zijn
verhaal. Hij beleeft de gebeurtenis opnieuw. ‘Zonder die heuvel
hadden we die dag niet overleefd, zeker weten.’ Bheki is een
afstammeling van de Zoeloekrijgers en werkt nu als natuurbeschermer
en gids in het Imfolozi natuurreservaat. We zitten om een kampvuur
in Dengezi, in het zuiden van het reservaat, tijdens een driedaagse
trektocht. Nijlkrokodillen, nijlpaarden en Afrikaanse buffels
genieten van een bad in de Witte en de Zwarte Imfolozi terwijl
olifanten, neushoorns, leeuwen en andere grote en kleine
wildsoorten zich tussen de doornbosjes aan de waterkant ophouden.
De spanning die Bheki’s verhaal teweegbracht, is verbroken.
Iedereen haalt opgelucht adem.
Tweehonderd jaar eerder hurkt op deze plek Nomcoba, een jonge
Zoeloevrouw, aan de rand van de rivier om haar kleipot met water te
vullen. De draakachtige ogen die haar van een afstandje onder water
bekijken, ziet ze niet. In een flits slaat het prehistorische beest
toe en zet zijn tanden diep in haar vlees. Nomcoba luidt een
noodkreet alvorens ze het water wordt in getrokken. Gealarmeerde
dorpbewoners komen de heuvel afrennen. Onder hen bevindt zich een
lange, donkere man met ledematen als boomstammen: Shaka Zoeloe.
‘Mijn zus! Mijn zus!’, schreeuwt hij hulpeloos. Gegrepen door
verdriet keert hij terug naar het dorp terwijl zijn krijgers de
krokodil proberen te vinden voordat er nog meer slachtoffers
vallen. Als Shaka niet veel later uitgroeit tot de machtigste
krijger en koning die de Zoeloes ooit hebben gekend, verbiedt hij
iedereen van het water te drinken dat zijn zus de dood in
joeg.
Klik om te kijken of de papieren
editie of
de digitale
editie nog
beschikbaar is.