Okavangodelta

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Okavangodelta image

Okavangodelta

Okavangodelta
Botswana
Wanderlust

I bless the rains in Africa

I bless the rains down in Africa….

Toto zingt zachtjes in mijn hoofd. Ik moet eerlijk bekennen dat ik op dit moment de rains in Africa toch niet echt bless. Ik lig in een tentje in de Okavango Delta terwijl de regen naar beneden stort. En ik moet héél nodig plassen…

Na ongeveer een uur plensregen stopt het net zo rap als het begon. Het geïmproviseerde toilet is een meter of honderd lopen, in het pikkedonker, door een veld waar vanmiddag nog drie mannetjesolifanten stonden te eten. Geeft de term ‘wildplassen’ toch een hele andere betekenis. Was het bij olifanten nou juist slim om stil te zijn of enorme herrie te maken? Ik kies voor de middenweg, struikel semi-luidruchtig over een stapel takken en slaak een grote zucht van verlichting als ik halverwege een reisgenoot met even grote nood tegenkom...

Het is sowieso de ‘schuld’ van Toto (en Paul Simon) dat ik hier nu zit. Als klein meisje in de late jaren tachtig, met een vader die ons kinderen de hele dag om de oren schalde met alle muziek die deze aarde rijk is, raakte ik in de ban van dit nummer.
Africa…
Ik kon de tekst nog niet precies verstaan, maar iets aan de sfeer pakte me. En dan die videoclip, in hedendaagse ogen blijft ie wellicht niet overeind, maar mijn oogjes zaten aan het beeld gekluisterd. De oude kaarten en de maskers riepen een beeld op van een woeste verre regio, vol avontuur, dieren en exotische volkeren. Daar moest ik heen! Omdat mijn ouders het hier roerend mee eens waren, maar de portemonnee niet hadden om mijn Toto-trip te financieren, kwam het er pas een slordige 20 jaar later van.

Wild dogs cry out in the night
As they grow restless longing for some solitary company

Twintig jaar later in het tentje, geen wild dogs te horen. Wel wilde nijlpaarden knorrend in de nacht. Wat een geweldig kabaal maken die beesten zeg! Ondanks dat ik weet dat ze verder weg zitten dan ze klinken, word ik er een beetje restless van. Maar wie wil er nou slapen wanneer wakker zijn zo bijzonder is? De Delta leeft, 24 uur per dag. Naast de alles overstemmende nijlpaarden, hoor ik iets dat me doet denken aan een uil. Daarna een zachte trompetter die angstwekkend dichtbij klinkt. Blij dat ik ze net niet tegen het grote grijze lijf ben gelopen, dan had mijn hoge nood de ‘rains in Africa’ een hele andere betekenis gegeven... Ik dommel weg. Of Toto mijn droom is binnengedrumd of dat de wonderen de Delta nog niet uit zijn weet ik niet, maar

I hear the drums echoing tonight

De echo van de drums is de volgende ochtend vervlogen. Het enige gedrum komt van de regen die met grote druppen op het tentzeil valt. Ook nu is de bui binnen een uurtje overgewaaid. Een deel van het gezelschap blijft onder het zeil staan, bang om opnieuw nat te worden. Ik ben normaliter ook van suiker, maar hoor nu bij het deel reizigers dat samen met de gidsen de Delta wil verkennen. Dit gebeurt door middel van mokoro’s, een soort kleine kano’s waarin je voortgestuwd wordt door de evenwichtskunstenaar die poler heet. Geruisloos zoeven we door het knisperende riet. De wereld ruikt heerlijk fris zoals altijd na een fikse bui. Dankzij die frequente buien is het landschap is groener dan groen. Wat een wonderlijke waterwereld. Talloze vogels vliegen vrolijk voor ons aan de kant: drie soorten reigers in drie minuten, een prachtig zwart-wit vogeltje dat smidsplevier heet, een ietwat lompe pelikaan en een Afrikaanse visarend. Een blauwgroene libelle landt op mijn knie, ik ben te verbaasd om een foto te maken en staar haar in de kraaloogjes.

Mijn dromerigheid wordt ruw onderbroken door een jubelkreet uit een mokoro voor mij: nijlpaarden! We zijn de ’hippopool’ in gevaren. De nachtelijke herrieschoppers in levende lijve. En wat voor lijve: gemiddeld drie meter in lengte, afhankelijk van geslacht zo’n 2500 tot 3500 kilo en met tanden die wel 50 centimeter lang kunnen worden. De net nog zo romantische en authentieke mokoro voelt plotseling zo veilig als een lek rubberbootje op de oceaan. Ik hoor ergens een opmerking over de plots minder stabiel voelende bewegingen van de evenwichtskunstenaar. Het zal wel, ik heb alleen oog voor de nijlpaarden. Wat een magnifieke beesten. Een deel van de aantrekkingskracht zit hem in het telkens wegduiken, je weet niet waar je moet kijken. Ze kunnen overal zijn. In de mokoro voor mij verandert de jubelkreet in een angstkreet wanneer het nijlpaard, op nog geen 10 meter van hun wiebelbootje, boven water komt en al zijn 50 cm lange tanden showt. Onze poler lacht ook al zijn tanden bloot wanneer hij aan de reisgenoot vertelt dat er zo’n 20 toeristen per jaar het water in kukelen…

Zijn opmerking glijdt langs me heen.
Ik zit namelijk oog in oog met het nijlpaard.
Ontzag welt in me op, gecombineerd met euforie.

Zie ik dit echt?

Ben ik echt in Afrika?

Terwijl ik dit denk, scheurt de hemel open.
Doorweekt maar door en door gelukkig dank ik Toto.
En zing ik luidkeels in mijn hoofd:

I bless the rains down in Africa….